Op naar de beste camping ter wereld

Zo sloom onze polers gisteren waren, zo actief waren ze deze morgen. Snel moesten de tentjes afgebroken worden, rap nog een ontbijt, want om 8u moesten we hier weg. Als tegenprestatie voor hun goede service gisteren, waren we niet meteen verschrikkelijk gehaast. We hadden allemaal heel slecht geslapen door de vele onbekende geluiden rondom ons. Didier was er zeker van dat rond 4u een nijlpaard had staan snuffelen aan zijn tentje.

Tijdens onze afbraak werden we trouwens opgeschrikt door het gebrul van leeuwen op het andere eiland. Zelfs op een paar kilometer afstand krijg je kippevel van dit indrukwekkende lawaai.

Toen de afwas gedaan was, kon iedereen instappen in zijn mokoro en kon de terugkeer beginnen.

Een uurtje later waren we aan land.

Maarten kocht nog wat houten spullen van een van de polers en toen vertrok de vrachtwagen richting Mbiroba camp, waar we de andere helft van het gezelschap terugzagen.

Van daaruit ging het terug richting watertaxi, die ons naar de Swamp Stop zou brengen.

De overtocht was deze keer heel wat boeiender dan gisteren. We zagen veel visarenden, maar ook krokodillen, nijlpaarden en een groot soort salamander.

De beesten waren allemaal heel schuw, maar van de krokodillen hebben we toch enkele foto’s kunnen maken.

Tot onze opluchting was er niets gebeurd met onze auto’s, zodat we zonder veel zorgen het ritje van 90km richting Ngepi Camp konden aanvatten. Onderweg stopten we even in Shakawe. In de winkeltjes rond het busstation kochten we brood en wat verse groenten. Veel was er niet te vinden. Het sfeertje was er trouwens heel ongezellig. Er liepen veel meer dronken jongeren dan we prettig vonden. Gelukkig negeerden ze ons. In onze GPS tracklog zie je trouwens dat we daar een eindje fout reden. Ik had geen zin om miserie te krijgen door tussen de huizen naar de grote weg te rijden, dus maakten we rechtsomkeer.

We geraakten zonder probleem de grens over, terug Namibië binnen en een half uurtje later waren we bij Ngepi Camp. Jammer genoeg konden we niet kamperen op de oever van de rivier. Desondanks deed het heel veel deugd dat we onze tentjes nog eens konden opslaan in gewoon gras.

Geef een reactie