Echt alleen

Vandaag zijn we doorgereden naar een van de meest afgelegen gebieden van Malawi. We sloegen onze tenten op in het Mwabvi Wildlife Reserve. Het is een nieuw park waarover niet zo veel informatie te vinden was.

De campsite is redelijk nieuw (2007) en het gebouw met sanitair is half afgewerkt. Er zijn toiletten en douches met koud water. Er zijn 6 kampeerplekken in de bush. De plekken staan een 50tal meter uit elkaar, liggen mooi vlak en er is een kraantje met water. Ze worden goed onderhouden: de bladeren worden weggeveegd van het zand. Elke site heeft een braai.

Toen we uitstapten, werden we meteen overvallen door een loden hitte. Dorstig weer, da’s het minste dat je ervan kan zeggen.

In de namiddag zijn we gaan toeren op de twee paden die door het park lopen. We zagen geen enkel spoor van dieren. Het verhaal dat deze regio volledig leeg gestroopt is, lijkt te kloppen. We genoten wel van de ruwe, ongerepte natuur.

We kwamen veel mensen tegen die met de fiets op weg waren van en naar hun dorpen die rond het park liggen. Zonder het goed te beseffen zijn we het park twee keer uitgereden en belandden we in kleine dorpjes met een meer dan schrijnende armoede. Eén man hield ons tegen om te vragen van welke hulporganisatie we waren. Toen we vertelden dat we toeristen waren, was hij zeer blij. Ook hier heeft men een structuur met CBOs opgezet en de mensen zien het belang in van aantrekken van toerisme als bron van geld. Heel fier vertelde hij dat er nu terug al dieren zitten in het park: buffalo, impala, bavianen. En dat ze nu allemaal aan het wachten tot de buffalo zouden kweken. Om op te eten, plaagde ik hem. Neenee, voor de toeristen, om naar te kijken. Want er is hier een gewapende scout die schiet op iedereen die een vinger uitsteekt naar het wild.

Het terrein is hier méér dan ruw. De wegen zijn soms heel slecht. Tijdens het regenseizoen zijn er hier en daar diepe geulen getrokken in de paden. Op sommige plaatsen liggen er veel grote stenen die het moeilijk maken om een pad te kiezen waar de auto zonder brokken door zou geraken. En in het midden van deze wildernis begon onze motor kuren te vertonen. Twee keer viel hij zomaar uit. Gelukkig startte hij vlot. Door al dat gehotsebots is de bullbar eraf gevallen. Terwijl dat ding eigenlijk dient om de auto te beschermen. Niet echt geruststellend.

In Chikwawa, de stad in de buurt van het Majete Park, hadden we geen vlees gevonden dat compatibel leek met onze zwakke westerse ingewanden. Dus werd onze voorraad blikken aangesproken. Poging 1: spaghetti en gehaktballen van de lokale witte producten. Alleen de geur al leek ons toxisch, dus meteen richting vuilbak. Poging 2 omvatte gehaktballen van een ander merk en versgekookte pasta. Een beetje kruiden erbij en het smaakte heerlijk. We namen er nota van dat er voor morgen sowieso geen vlees meer is.

Naar goede gewoonte zijn we onze etensresten gaan afgeven bij de guard aan de receptie. Die mens was door het dolle heen en at meteen de hele kom leeg. Hij moet razende honger gehad hebben. Gisteren hadden we al vrij veel achtergelaten in Majete. Morgen zullen we de rest van ons eten hier achterlaten, denk ik.

Geef een reactie