Invliegtoeristen en nog veel meer barlawaai

Het ontbijt in Mabuya bevestigde onze slechte ervaring van gisterenavond. Ook nu weer was het amper te vreten. Zand in het eten, veel te vet. Bah.

Het blijft een vreemde belevenis: een bankkantoor binnengaan met genoeg US dollars om de gemiddelde Malawiaan twee jaar te betalen en vragen of ik wat geld kan wisselen. Zeker als het een groot kantoor is, waar naar goede gewoonte bijna honderd man staat te genieten van wat airco. Voor mijn $1500 kreeg ik een dikke 200000 kwacha. In briefjes van 500 levert dik al gauw een pak op van een baksteen groot. Dat stop je niet zomaar ik je portefeuille, maar ik had niets anders bij me. Met twee dikke broekzakken voelde ik me als Lucky Luke toen ik de bank buiten kwam. Ik had wel wat bekijks, maar dat zijn we hier al lang gewoon.

Ik reed zo snel mogelijk weg van de parking, want er waren zeker wel wat mensen die in de smiezen hadden wat ik bij me had. We laadden ons karretje vol in de Shoprite en ik was meteen een 33000 kwacha lichter. Belgische prijzen? Ja, meneer!

Terug op de camping ergerde ik me onmiddellijk aan de schurk die mijn mooi parkeerplaatsje in de schaduw ingepikt had. Een schreeuwlelijke oranje Toyota Landcruiser dan nog wel. Stokoud model, maar uitstekend uitgerust voor het stevige reiswerk.

Om wat te bekomen van mijn ergernis, nam ik me een pintje uit onze lauwbox . Achter mij hoorde ik prompt het kommentaar “Aha, da kan alleen nen Belg zijn, sè”. Om een lang verhaal kort te maken: we maakten uitgebreid kennis met Katrijn en Jeroen (www.daffy5.blogspot.co). Met open mond luisterden we naar hun verhalen over Soedan, Ethiopië en de andere landen die ze doorkruist hebben. Maar meest zal ons het woord “invliegtoerist” bijblijven, waarmee ze mild smalend de mensen benoemen die de illusie hebben dat ze op een paar weken een land kunnen leren kennen. Ons vonden ze nog redelijk cool omdat we de reis mét kinderen doen.

De kinderen vonden al dat gebabbel maar niets en gaven intussen een kleine zwemdemonstratie.

Terwijl we samen stonden te koken, landde er nog een ander Belgisch koppel. Anneke en Vincent waren op het einde van een jaar werken in Zuid-Afrika op rondreis in zuidelijk Afrika, wat voor Katrijn voldoende was om ze niet als invliegtoeristen te bestempelen.

Terwijl we gezellig zaten te kletsen, was er een bende Britse scouts aangekomen die prompt de bar op volle toeren lieten draaien. Rond 23u leek de zaak stilaan te kalmeren en we kropen in onze slaapzaak. Niets bleek minder waar te zijn. Een paar grieten had aangepapt met de lokale maffia en werd rond 2u ‘s nachts met boomcars afgehaald en rond 5u terug afgeleverd. Ondertussen was de rest van de bende vrolijk blijven doorlallen op het terras en hadden de honden nog eens een formidabele aria ten beste gegeven. Gevolg: Vincent had door alles doorgeslapen en als we alle stukken en brokken slaap van de rest optelden kwamen we ook aan 6 uur slaap.

Met andere woorden: kom nooit naar Mabuya Camp. Enkele jaren geleden hebben ze hun naam van Kiboko Camp veranderd in Mabuya. We denken nu te weten waarom. En uit de geschiendenis van multinationals kunnen we onthouden dat een naamsverandering zonder verdere inhoudelijke aanpassingen nooit leidt tot spontane verbetering van de klantentevredenheid.

Geef een reactie