De trein: écht reizen, Marjolein als curiosum

Toen ik nog kind was, hoorde ik mijn grootouders wel eens vertellen over de treinen 3de klasse die na de tweede wereldoorlog nog even rondreden op de vaderlandse ijzeren weg: afgeleefde wagons, houten banken, rook van de stoomlocomotief die naar binnen walmde. Nu weten we héél goed hoe dat toen gevoeld moet hebben.

Perron 2

Perron 2

Met slechts een half uur vertraging strompelde TN4 rond 01:00 het station binnen. Spoor 2, terwijl iedereen op het perron van spoor 1 stond. Er is geen perron bij spoor 2, maar dat is hier geen probleem: je loopt gewoon over de andere sporen naar je trein toe. Daarbij is het opletten dat je niet  in de plassen urine stapt die vorige treinen daar geloosd hebben. We knokten ons naar voor in de rij, in de hoop onze bagage nog ergens in rekken kwijt te kunnen. De eerste indruk van onze trein was meteen raak: overal mensen, heet water dat uit kraantjes kwam gelopen, doorroeste vloer. De trein zelf was amper verlicht en zat propvol.

Onze plaatsen waren ingepalmd door andere reizigers, die we eerst moesten wegjagen. Dan moesten we onze bagage min of meer zien op te bergen. De bagagerekken lagen vol. De helft van onze bagage belandde gewoon in het gangpad. Wachten tot iemand protesteert.

Het eerste uur probeerden we ons te organiseren: bagage verplaatsen om iedereen toch een beetje beenruimte te geven. Dat was niet evident, want overal lagen mensen te slapen, bij voorkeur op de vloer onder de banken. Het was berekoud in de trein. Joepie, een trein met airco! Achteraf bleek dat Vietnamezen dekens gekregen hadden van het personeel. Wij hadden geen flauw benul.

Los daarvan: het personeel gedroeg zich als beestenboeren zoals ik ze 40 jaar geleden leerde kennen in het slachthuis van Beernem.

Het werd een heel lange nacht. Zelf heb ik alles bijeen een kwartiertje geslapen. Telkens ik dreigde in slaap te vallen, kreeg ik wel een schop van mijn buurvrouw of een duw van iemand die in het gangpad voorbijkwam.

De trein haalde af en toe zijn topsnelheid van 70km/u. Maar op vele plaatsen was dat gewoonweg niet mogelijk omdat de sporen er ellendig slecht bij lagen. Soms zwiepten de wagons vervaarlijk heen en weer. Bij hogere snelheden zou er wel eens eentje omvallen.

Om 05:00 werd voor de eerste keer de propagandakraan opengezet. Het volkslied, een tiental minuten nationaal-opvoedkundige voorlezingen en een lied achteraf. Voor de Vietnamezen het signaal om wakker te worden, tandjes te gaan poetsen en instantnoedels te eten. Het was op de trein een over- en weergeloop van jewelste. Toen ook nog eens de verkopers langskwamen met hun karretjes –telkens moesten we dan onze bagage uit het gangpad op de schoot nemen– was het “ik ben hier op een markt” gevoel kompleet.

Annelies en Maarten lieten zich verleiden om ook zo’n pot noedels te kopen. Annelies gaf er ook wat aan Marjolein, die ze met haar handjes opat — stokjes lukken niet zo goed bij haar. Dat was meteen het sein voor alle Vietnamezen rond ons om zich om te keren of te gaan staan om beter het spektakel te kunnen zien: een noedel-etende mentaal gehandicapte. Extreem lachwekkend top-entertainment vonden zij dat.

Het deed me denken aan de verhalen die mijn ouders vroeger vertelden over het kraam met mismaakten dat van de ene kermis naar de andere reisde. Voor een land dat in het War Remnants Museum uitgebreid en met zeer expliciete foto’s getuigt van de vreselijke gevolgen van Agent Orange, vind ik dat er op heel stuntelige manier omgegaan wordt met de handicap van een meisje dat zo knap geïntegreerd is en omringd wordt met zo veel liefde van broer en zus. Groot contrast met de “primitieve” landen in Afrika waar Marjolein altijd onthaald werd met de grootste genegenheid.

Met amper anderhalf uur vertraging zijn we dan na een rit van bijna 11u aangekomen in Da Nang. Tot onze opperste verbazing was de pick-up van ons hotel present en een half uurtje later konden we inchecken. Eindelijk rust.

Het Essence hotel in Hoi An ligt een eindje buiten de stad, is een relatief klein en splinternieuw hotel (60 tal kamers) en beviel ons meteen. Toen we er voor het eerst in Vietnam een hamburger konden eten die effectief naar hamburger smaakte, waren we verkocht. We boekten meteen twee extra nachten met als plan: niets doen. Op vakantie is een klein beetje rust wel toegestaan, vonden wij.

Geef een reactie