Zonder ongelukken naar Bali

Vanuit Sukamade reden we naar Ketapang, waar we de ferry zouden nemen naar Bali.

De eerste drie uur zaten we in de taxi waarmee we al enkele keren over en weer gereden waren naar de Beach. We wisten dus ongeveer wat ons te wachten stond: heel de tijd zitten hotsebotsen.

Eerst deden we nog eens de toer van het dorpje.

Ook het leeggoed van de voorbije avond werd ingeladen. Zo te zien hadden we ons redelijk te goed gedaan aan de grote flessen Bintang. Maar ja, verbroederen met sympathieke Nederlanders doe je ook niet elke dag.

Eventjes verderop werd er ook nog een geit ingeladen.

We moesten ons soms méér dan schrapzetten om er geen blauwe plekken aan over te houden. Marjolein zocht houvast aan haar T-shirt.

Na bijna twee uur konden we eindelijk wat sneller rijden. Onze twee kleinste kabouters gingen op een bankje staan en keken mee boven de cabine. Soms moesten ze duiken om laaghangende takken te vermijden.

Drie uur na vertrek konden we overstappen in een minibusje, dat ons naar de ferry zou brengen. Aangekomen in de haven, werden we aggressief benaderd door porters die onze bagage aan boord zouden brengen. Toen we begonnen af te dingen, keken zowel onze gids als de chauffeur nadrukkelijk de andere kant op. Later wisten we waarom: het was minder dan 100 meter lopen tot aan de ferry, maar dat konden we niet zien van waar we stonden. We waren dus méér dan opgelicht. Ach ja, 15000 roepia, ’t is geen fortuin.

De ferry zelf was een roestige bak, die ons niet meteen een gevoel van grote zekerheid bezorgde. Bussen, bromfietsen en enkele auto’s werden op vrij creatieve wijze aan boord gereden. De overtocht duurde een klein half uurtje. We waren niet van plan om ons aan Balinese kant opnieuw in de luren te laten leggen door porters. Deze uiting van intelligentie was totaal overbodig: er was geen kat te zien.

Na wat zoeken vonden we de chauffeur van ons volgende hotel. De rit naar Lovina Beach (75km) duurde drie uur. De weg was best OK, maar de chauffeur had niet veel zin om wat snelheid te ontwikkelen.

We belandden in een redelijk afgelegen hotel, dat naderhand het slechtste van de hele reis bleek te zijn. Ellendig slecht bed, véél lawaai van een kudde vechthanen, rampzalig ontbijt.

Geef een reactie