Springbok

Koud

Koud, koud, koud , koud. Deze morgen vroor het vast en zeker toen we wakkerder werden. We waren eigenlijk al heel de nacht wakker, verwikkeld in een strijd met onze woonst op wielen. Het grootste probleem was de samenwerking tussen onze hoogtechnologische slaapzakken en dito luchtmatrassen, want beide componenten van ons slaa pcomfort hebben onderling een wrijvingscoëfficient van nul komma nul. Gevolg: elke beweging resulteerde in een glijpartij bergaf. Onze auto stond niet echt waterpas geparkeerd.

Enkele kopjes hete koffie (voor Hans) en een warme douche (voor Anita) later voelden we ons stilaan een beetje mens worden. De zon was ook opgekomen en zorgde toch voor enige warmte, al was het gasvuur stukken beter om onze handen te ontdooien.

Nesquik-aardbei

Raar maar waar, de kids hadden geen enkel probleem. Schitterend geslapen, fris en monter een verse dag tegemoet. Misschien had het te maken met de warme Nesquik die we hen ‘s avonds opgegoten hadden. Helaas had papa zich vergist in de Pick & Pay en was het Nesquik-aardbei ipv de nesquik-chocola die ze gewoon zijn. Annelies vond dat deze zware fout gerust vergeven mocht worden. Dat ze haar bord niet had moeten leegeten, zal hier wel meespelen.

Autosnelweg met bloemen.

Vandaag moesten we iets van een 300km overbruggen. Zoals gewoonlijk probeerden we dit intelligent aan te pakken. Zoals gewoonlijk ging het ook nu weer fout. We belandden op 60km aardeweg, waar we onze mobiel eens konden testen. Tot ieders verbazing ging dit bijzonder vlot en al spoedig moesten we af en toe remmen om niet boven de 100km/u te gaan. Eenmaal we op de N7 geraakten, was het autosnelwegwerk tot we in Springbok waren.

Onderweg vergaapten we ons aan het langzaam droger wordende landschap. Het werd ook stukken ruwer, lage begroeiing, hier en daar een berg die daar door de goden neergepoot was in het landschap. We kwamen geen 100 auto’s tegen op heel de dag.

Schitterend waren de bloemen. Deze streek heet Namaqualand, ofte bloemenland en we kunnen best begrijpen dat liefhebbers er een lange trip voor over hebben om hier naar de vlaktes met bloemen te komen kijken. In deze regio is dat blijkbaar een van de topseizoenen. Wij zijn nog een beetje te vroeg en genieten dus van de rust op de wegen en in de stadjes.

Het falen van de meter.

Als je rijdt, verbruik je benzine. Dus daalt de meter van het benzinepeil. In deze auto ook. Na zo’n 450km met de eerste tank (100l) begon de meter langzaam te zakken. Op de website van Sabonazi stond er dat die bak zo’n 18l per 100km vebruikte. Uiteraard deden wij véél beter, want de chauffeur had wel enige kennis van ‘zuinig rijden’. Na zo’n 500km begon de meter plots heel snel te dalen, zodat we besloten op asap te tanken. Bij die beurt werd er tot onze totale verbijstering 93 liter bijgegoten.

We hebben heel doordringend gekeken naar de plek waar we zonder bezine gevallen zouden zijn als we op de meter hadden betrouwd. Behoorlijk ‘middle of nowhere’, hoor.

Chinese hutten of camping met zwembad.

In de beide bijbels hadden we gelezen dat Namastat in Springbok zowel ‘iets speciaals’ en tegelijk goedkoop was: slapen in échte hutten. Veel meer was er niet nodig om ons daar naartoe te lokken. Tijdens de rit hebben we echter danig moeten onderhandelen met Annelies, die vastbesloten was om vandaag te zwemmen op een camping. Tijdens deze onderhandelingen vond Annelies ‘Afrikaanse hutten’ blijkbaar iets te weinig exotisch klinken en dus maakte ze er maar ‘Chinese hutten’ van. Het was niet nuttig om nog een zij-discussie te openen, dus lieten we haar begaan. Maar uiteindelijk zei ze oké, dus was de consensus bereikt.

Namastat bleek naar onze normen een tikkeltje te avontuurlijk te zijn wegens verdacht rustig, ttz. gewoon gesloten. Dus reden we naar het Springbok caravan Park, waar we onze tweede nacht strijd met de elementen zouden uitvechten.

Toen we informeerden naar de staat van het zwembad, keek de eigenaar alsof hij het in Keulen hoorde donderen (een behoorlijke afstand, niewaar ?). Het is hier pas lente en het water is nog redelijk frisjes. Annelies, die –letterlijk– op ‘t einde van de rit toch nog haar zin gekregen had, liet zich niet afschrikken door onze waarschuwingen en ging prompt te water. Ze was er rap weer uit.

Lekker eten in Springbok

De Melboschkuil zou volgens de boekjes een soort internet-service bieden. Hans ging op verkenning, keerde terug zonder email want de lijn was defect, maar wél met een grollende maag. In het restaurant hing een niet te versmaden grill-geur, dus werden de plannen voor een eigenhandige braai snel opgeborgen. Hans en Anita aten heerlijk gegrilld wild, de kids aten gegrillde kippeborst met looksaus en mochten als beloning voor de lege borden papa’s pintje leegdrinken.

Geef een reactie