Uis

Vandaag hebben we afscheid genomen van de Atlantische kust en zijn we het binnenland in gereden.

Ten noorden van Hentiesbaai, waar men de plekken geen naam meer geeft

Deze morgen zijn we noordelijk gereden langs de Skeleton Coast. Het is hetzelfde als gisteren, maar nog een stuk extremer. Er was werkelijk geen enkel spoor van leven.

Cape Cross

We zijn in Cape Cross gepasseerd, een kaap waar in 1498 door een Portugees een kruis geplant werd. Vandaag zit daar een van de grootste kolonies zeehonden. We zijn daar natuurlijk een kijkje gaan nemen en werden er voornamelijk ‘gepakt door de gas’ die deze beesten afgeven.

Duizenden zeehonden.

Voor de rest is het een vrij decadent tafereel van duizenden door mekaar wriemelende beesten die allerlei kreten roepen naar mekaar.

De stank was er amper te harden

In tegenstelling tot de meeste reizigers gingen wij nog verder noordelijk in dit desolate landschap. Hier begint immers een strook waar de plaatsen zelfs geen naam meer hebben. Ze worden herkend aan het aantal mijlen ten noorden van Swakopmund. Ter hoogte van Mile 100 sloegen we rechtsaf, de woestijn in. Na een eindje kwam er stilaan wat reliëf in het landschap  en na een kilometer of 70 zagen we de eerste levende begroeiing.  Vanaf hier was het weer typisch Namibië: telkens je ‘achter de horizon’ komt, wacht er een nieuwe verrassing. Telkens we over een bergje reden, was het weer ‘ooh’.

En hier gingen we landinwaarts

Zowat 90km landinwaarts zagen we steeds meer gras en tot onze totale verrassing stonden daar plots twee struisvogels langs de kant van de weg. Zij waren duidelijk ook geschrokken en begonnen te lopen. Zij hebben kennelijk niet het verstand om haaks op de baan weg te lopen, maar lopen blijkbaar volgens een pad dat ze altijd volgen. Helaas voor deze sukkels liep dat parallel aan onze rijweg. Ik reed zo snel als de weg het toeliet, zowat 50km/u. Zij hadden niet de minste moeite om dit tempo aan te houden. Onwaarschijnlijk mooi was de souplesse waarmee deze beesten door dat hobbelig terrein jogden.

Struisvogels op een drafje

Verderop zijn we nog struisvogels tegengekomen. Die hadden ons van ver horen komen, maar wij hadden hen al lang gezien. Toen we dichterbij kwamen, zetten ze zich neer en stak alleen hun kopje boven het gras uit. Toen trokken ze ook nog hun kop in. Toen we vertraagden, schoten ze in paniek en holden ze weg.

We hebben ook een grote kudde springbokken gezien. Er zaten veel grotere exemplaren bij dan we gezien hadden in de Namib. Ook zij spurtten weg toen ze onze zagen vertragen. Tijdens dit spurten nemen die beesten gemakkelijk sprongen van 5-6 meter, met een oogstrelende souplesse.

Deze namiddag zijn we geland in Uis, dat een klein mijnstadje is. Wij dachten dat toeristen die hier voorbij komen, zijn zonder uitzondering op weg naar Etosha, maar dit bleek fout te zijn, wat elk van de groepjes op de camping zou de dag erna een totaal verschillende richting uit gaan. Tot voor enkele jaren was overnachting beperkt tot het verschrikkelijk smerige Brandberg rest camp. Wij hebben kampeerplaats gevonden in het White Lady bungalow park. De huisjes zitten vol, de camping was leeg. De eigenaar heeft veel moeite gedaan om de zaak aantrekkelijk te maken. Er is een terrasje, zeer proper sanitair en een klein zwembad. Tegen de bergflank vult hij een klein vijvertje, waar ‘s morgens duizenden vogeltjes vanuit de woestijn komen drinken.

Om vijf uur is er een troep Duitsers geland en leek de idylle doorbroken. Maar de mensen vielen behoorlijk mee. Wellicht is hebben ze dat te danken aan een nonnetje in de familie. Bijzonder cynisch is dat deze non, actief in een aidskliniek voor kinderen, niet aan een verblijfsvergunning geraakt voor Zuid-Afrika.

Later op de avond hebben we kennis gemaakt met de twee motards die we de voorbije dagen al enkele keren tegengekomen waren. Het bleken Nederlanders te zijn die al negen maand onderweg waren. Eerst waren ze vanuit Amsterdam tot in Ghana gereden, daar hadden ze de boot genomen tot Durban (Zuid-Afrika). Ze hadden drie maand in Zuid-Afrika rondgetoerd en waren nu bezig aan Namibië. Wegens geldgebrek verwachten ze dat ze zullen stranden in Kenia.

Geef een reactie