Boos naar de Bromo-vulkaan.

De rit duurde uiteindelijk 11 uur. We hoorden achteraf van andere mensen dat dit een puike prestatie was; anderen hebben er door fouten van chauffeurs en gidsen 17 uur over gedaan.

We stapten uit op 2000 meter hoogte en werden overvallen door de koude op deze hoogte. Het was dus wel degelijk een goed idee geweest van Anita om voor iedereen een dikke fleece mee te nemen. Het viel ook op dat de jeep-chauffeurs bijzonder aggressief op zoek waren naar ritjes voor de volgende ochtend. Voor ons was dit niet relevant, wat wij zouden gewoon te voet (ik) of te paard (rest van het gezin) naar de Bromo gaan.

We aten snel nog iets, want om 20u15 is het “last order” in het Lava Café. Dan gingen we allemaal snel onder zeil, want de wekker zou om 3u30 aflopen. Intussen waren onze buren thuisgekomen. Door de triplexplaat wandjes kon je heel hun doen en laten nauwkeurig volgen. Ze hadden ongelooflijke pret; de lachbuien van madam hielden ons allemaal wakker, tot ik eens efkes op de muren gebonkt heb. Rond drie uur werden we weer wakker van hun kabaal, maar dat was minder erg.

5u ’s ochtends: reikhalzend wachten op zonsopgang

Om 4u moesten we ons melden aan de receptie, waar jeeps zouden staan wachten om ons naar het viewpoint te brengen. Er stond inderdaad één voertuig, het onze, dachten we. Maar druppelsgewijs kwamen er ook nog andere mensen boven, zodat we in totaal met z’n twaalven stonden te wachten. De eerste uitleg was dat ze er rekening mee gehouden hadden dat onze kindjes geen plaats innamen. Maar zelfs dan was het nog optimistisch om 9 volwassenen op zes zitplaatsen te stouwen. Iedereen stond er bij en keek ernaar, tot ondergetekende vulkaan-gewijs uitgebarsten is. Om een lang verhaal kort te maken; wij vertrokken als eersten, de rest had op dat ogenblik nog geen perspectief op enig transport.

De zonsopgang rond de Bromo was ook weer té prachtig om met woorden te beschrijven.

Tweede bestemming van de dag was de krater van de Bromo zelf. Vanuit het viewpoint reden we tot aan de voet van de vulkaan.

Daar stapten vrouw en kinderen over op een paardje om de trap naar de krater te bereiken. Dan ging het nog eens 253 treden naar boven en we waren weer eens boven. Het desolate landschap, de verbluffende saaiheid van de krater, te veel indrukken om goed te zijn.

Rond 8 uur waren we terug in ons hotel, pakten onze spullen, maakten nog wat extra kabaal als wraak jegens onze lawaaierige buren, snel een ontbijt, en weg waren we voor alweer een lange rit.

Ons hotelletje

Nu zouden we 5 uur rijden richting Kalibaru, een onooglijke plek in het midden van de plantages.

Rondleiding in de tuin van Margo Utomo

Tuin van ons hotel in Kalibaru

Ook nu weer werden we in een vrij basic hotel ondergebracht, maar de setting was prachtig. Schitterende tuin, verzorgd zwembad, vriendelijke staff, interessante rondleiding in de plantage.

Geef een reactie