We sliepen heerlijk in onze bloemenzee. Alleen was er rond drie uur ’s ochtends flink paniek in de tent. Een wijfjesbeer was mijn rug aan het betasten met haar dikke poot. Ik wilde naar de bear spray grijpen toen duidelijk werd dat Anita zich terug bergop aan het wroeten was. Ons tentje stond licht bergaf en ze was wakker geworden, op een bolletje gerold beneden aan de voet van haar matras.
We aten pannekoeken als ontbijt en vol energie begonnen we aan onze dagtocht die ons enkele kilometer naar het noorden zou brengen. We waren dan wel veel minder zwaar geladen dan gisteren, maar vorderen deden we aan een tempo van ongeveer 1km vogelvlucht per uur. We liepen door quasi onaangeroerd woud langs paden die sinds eeuwen door beren gemaakt werden en pas recent door ongeveer 200 toeristen per jaar gebruikt worden.
Het was weer een adembenemende tocht over zeer zwaar terrein. Klimmen op ongevallen bomen, door modderpoelen waren, op handen en voeten onder hindernissen door.
Na een paar passages door het bos konden we verder tot aan een riviertje waar we drinkwater hadden bij de vleet. Tijd voor een soepje crackers en kaas.
Terugkeren deden we via een zandsteenvlakte waarin getijdenpoelen waren met een weelde aan leven. Op een punt hingen we de GoPro aan een touw en lieten hem in de poel. Het leverde hilarische beelden op. Verder was het genieten van mega zeesterren, zeeanemonen, zeeëgels, hele gazons mosselen in een continu veranderend volstrekt onaangeroerd gebied.
Aangezien het laagwater was, besloten we een poging te doen om via de rotskust terug te keren in plaats van bij de landtongen het bos in te gaan.
We moesten constant omhoog en omlaag klimmen over die heel ruwe rotsen, maar het ging al bij al veel vlotter dan we ontwikkelden een nieuwe route waar Lo méér dan enthousiast over was tot we uiteindelijk toch vastliepen op een te diepe kloof. Boing. Weg, blijdschap.
Tegen beter weten in gingen we de kloof toch verder in. De piste werd naar het einde toe weer flink moeilijker en Lo ging voorop om verder te verkennen. Tegelijk ontdekte ik met de hulp van mijn GPS dat we op amper 24m zaten van de track die we deze morgen gelopen hadden. Een paar meter wroeten en kruipen –als gauw een half uurtje werk in dit haast ondoordringbare bos– en we waren weer op bekend terrein.
Lo toonde zich heel blij dat we uiteindelijk toch een alternatief stukje route gevonden hadden waarmee hij een eigen invulling kon geven aan de bekende/beruchte Nootka trail. We spraken af dat “onze” ontdekking voortaan bekend zou staan als “the Anita trail”
’s Avonds verraste Lo ons weer eens met zijn kookkunsten. Wat hij hier op tafel bracht op basis van droge producten en drinkwater, zie ik mezelf de eerstkomende jaren niet ineenknutselen. Een tikkeltje stijf, maar vooral heel erg voldaan konden we weer onder zeil in onze bloemenzee.
Overdag had Lo al op gealludeerd dat we na onze konden gaan zwemmen in zee en daarna lekker “poedelen” in het riviertje met drinkwater. Na het eten vertelde hij nog in bedekte termijn over hoe prettig andere reizigers het gevonden hadden om eens lekker te “poedelen” na een zware tocht, maar wij hadden niet het flauwste waarover hij het had.
Wij gingen even later richting tent en vlak voor het inslapen viel mijn frank.