Sesriem

Moet er nog zijn?

Vandaag waren we zoals gepland zeer vroeg op pad. Om 8u30 waren we al richting Lüderitz aan het rijden. In Goageb gingen we Noordwaarts, richting Namib rand. We zagen de omgeving van steenwoestijn veranderen in grasland, we passeerden enkele farms met runderen en schapen en waren voor de rest onder de indruk van de onmetelijke leegheid van het landschap.

Net zoals je vier evangelies nodig hebt om de Grote Waarheden te verstaan, heb je in deze regio minstens drie wegenkaarten nodig om te weten waar je bent in om wijs te geraken uit de nummering van de wegen. Via allerlei derderangsbaantjes zijn we richting Wolwedans gegaan. Van de poort van het domein was het nog 22km rijden tot aan de receptie, waar we hoorden dat het Wolwedans Dune Camp volgeboekt was. We konden nog verblijven in de Lodge, maar dit nachtje zou ons 30000Bef kosten.

Redelijk gefrustreerd reden we verder door naar Sesriem en ergerden ons onderweg aan de fouten van de wegenkaarten. We hebben vandaag minstens 150km meer gereden dan de lengte van de trajecten die op de kaarten aangeduid staan.

De oprijlaan van Wolwedans, 10k kilometer lang

We hebben dus tientallen kilometer gereden met aan onze linkerkant een bergketen waarachter de Namib ligt. Je mag de weg niet verlaten, maar her en der liggen er mega-dure kampen langswaar je de Namib in mag. Het is ergerlijk om te zien hoe hier de mooiste plekjes van de wereld vakkundig afgeschermd worden en alleen maar prijsgegeven worden aan dikke Duitsers die dikke pakken bankbiljetten op tafel kunnen leggen. We zijn er trouwens nog steeds niet van overtuigd dat Wolwedans effectief volzet was. We hebben eerder de indruk dat men ons beleefd geweigerd heeft omdat duidelijk was dat wij niet veel extra’s zouden nemen zoals een vluchtje met sportvliegtuig over de duinen of een ballonvlucht met champagne-ontbijt (dit laatste aan 250USD per persoon)

Enfin, we belandden in Sesriem, waar de reguliere camping volzet was, ttz. vrijgehouden werd voor package tours die hier met zware trucks een bende dikke Duitsers van de ene dure plek naar de andere voeren.

Dus konden we, net zoals alle andere proletariërs kamperen op de parking (zonder sanitair, geen douche, tot aan de enkels in ‘t stof). Dit vonden we net iets te erg en besloten om te gaan kamperen in het Sossuvlei River Camp. Maar eerst wou ik zeker de fameuze duinen nog eens zien. We haalden een permit en reden het reservaat in. De duinen zijn echt wel mega. De kids hadden veel zin om Dune 45 te beklimmen, maar de zon begon al snel te zakken. Het was een half uurtje rijden naar de poort van het reservaat en dan nog eens een 20 minuten naar de camping. Het zou dus goed donker zijn toen we daar  zouden aankomen. Het was een behoorlijk stresserende rit, vooral toen bleek dat het spel gesloten was. Er zat dus niets anders op dan terug te keren naar Sesriem en te hopen dat we daar zouden geraken voor het sluiten van de poort.

Ons eerste bezoek aan Dune 45

Dat is dan nog gelukt en daar hebben we gekampeerd in ‘basic’ omstandigheden.

Geef een reactie