Irritante bedelaars

Vandaag liep de wekker vroeg af, want we wilden een uitstap maken naar Kakum National Park. Er was ons aangeraden om eerder vroeg in de ochtend naar het park te gaan om de grote drukte wat te ontlopen. Dat lukte aardig, want toen we aankwamen stonden er slechts enkele auto’s op de parking.

We moesten nog een half uurtje wachten tot we met de volgende groep het bos in mochten. Een gids nam ons mee op een half uurtje wandeling naar de hangbruggen, die de hoofdattractie vormen van dit park. We liepen samen met een groep Amerikanen die de gids bestookten met vragen over de namen van bomen en planten. “Ik zou het je allemaal kunnen vertellen, maar je onthoudt er toch niets van,” zei hij, “maar ik zal het eenvoudig voorstellen: er zijn in dit woud slechts twee soorten bomen.” Algemene verbazing. “Levende bomen en dode bomen.” En zo werd de biologie terug tot haar essentie herleid.

Dan waren we klaar om te starten aan de ‘canopy walk’, een wandeling op hangbruggen boven de kruinen van de bomen. De wankele constructies hangen zowat 40m boven de grond; onze hoogtevrees werd weer eens aangesproken.

De bruggen waren duidelijk goed onderhouden en konden volgens de gids een gewicht dragen van 8 ton. Dus er was nog wel wat veiligheidsmarge.

Hoewel minder spectaculair dan vorig jaar in Costa Rica was het ook nu een plezante ervaring om het bos vanuit de lucht te bekijken. Mochten we iets minder kabaal gemaakt hebben, dan hadden we vast en zeker mooie vogels kunnen zien. Nu bleef het beperkt tot genieten van het overweldigende groen van het regenwoud.

 

In tegenstelling tot de altijd gehaaste Amerikanen waarmee we in de groep zaten, namen wij er ook nog een ‘nature walk’ bij. Onze gids was een oudere man die Samuel heette. Gedurende twee uur kregen we verbluffende verhalen over de lokale geneeskunde, maar ook over het uitspreken van vloeken, reïncarnatie en de dwergen die ronddwalen in het regenwoud. Meer dan één keer hebben we met open mond staan luisteren en kregen diep respect voor deze eeuwenoude knowhow die zonder één schrift generaties lang overgedragen is. Helaas is er in Ghana amper nog een kat die erin geïnteresseerd is.

Op aanraden van andere reizigers reden we dan naar Elmina om daar het fort te gaan bekijken. Het onthaal op de parking was uitermate hartelijk. Vier jonge knapen vroegen onze naam, ons thuisland en heetten ons van harte welkom. De manier waarop ze zich aan ons vasthechtten was binnen de twee minuten al irritant en we haastten ons richting ingang van het fort.

Achter de kassa zat een arrogante vetzak die prompt aan het rekenen sloeg. Voor het eerst op al onze reizen moesten ook camera’s een ingangsticket kopen. Een ontvangstbewijs kregen we uiteraard niet en meteen was duidelijk dat onze Cedi’s verder zouden bijdragen tot zijn wansmakelijke BMI. We werden even geparkeerd in het museum, waar een gids ons na een kwartiertje kwam halen. Als een hersenloze robot dramde hij zijn verhaaltje af met een bij wijlen heel grappig Engels accent.

We leerden hoe Elmina door de eeuwen heen een van de belangrijkste centra geweest is van goud- en slavenhandel. We leerden de rol van het fort in de rivaliteit tussen Portugezen en Hollanders en hou het uiteindelijk door de Engelsen overgenomen werd en diende als hoofdkwartier van het koloniale bestuur.

Buiten stonden de jongelingen ons op te wachten met zelfgemaakte gratis geschenken: schelpen waarop ze met alcoholstift onze namen geschreven hadden. En of we de voetbalploeg wilden sponsoren. En ook die andere club. En ook de school. Enzovoort. Tot ik in een furie uitbarstte, hun heel hun handel terug in de handen stopte en prompt besloot weg te gaan uit Elmina. Goe bezig, mannen, goe bezig.

Dat we niet de enigen zijn die in hun val getrapt zijn, mocht blijken uit het feit dat je hun schelpen zowel in ons beach house als in Ko-sa in groten getale ziet rondslingeren.

Eenmaal terug ’thuis’ liepen we nog even tot aan de waterlijn. Toen kwam er plots een forse vergedraaide mensenstront voorbijdobberen en de goesting om even in zee te gaan zwemmen was op slag voltooid verleden tijd.

’s Avonds lieten we het ons terug smaken in Ko-sa. Deze keer vielen de gerechten stuk voor stuk heel erg mee.

Meer dan goedgezind wandelden we terug naar ons huisje. De guard moest het feestje grondig bederven door te beginnen bedelen om een beetje extra geld; we zouden hem immers niet meer zien. We hopen het van harte.

Geef een reactie