Ko-Sa, we love you

In de boeken hadden we gelezen dat je in de buurt van de Green Turtle Lodge enkele interessante excursies kon doen — strikt eco, wel te verstaan. We kozen voor een kanotocht in de mangroves en een wandeling naar de vuurtoren van Three Capes.

“Neen,” had de zombie aan de receptie gisteren gezegd, “er komt niemand jullie ophalen. Ga rond 6u naar het dorp hier verderop en daar zal je wel opgevangen worden.”

Zogezegd zo gedaan en wij rond 6u30 richting dorp. En inderdaad, geheel on-Afrikaans, daar stond iemand te wachten op volk dat de kano-toer zou doen

We werden door enkele paadjes geleid en belandden op de vuilnisbelt annex haven van het dorpje. Willen of niet, we moesten door de drab waden om in de kano te kunnen stappen. De kano was heel wankel en dus was het heel de tijd vechten om te vermijden dat onze boot zou kapseizen. Behalve de mangrovestruiken, enkele krabben en één kingfisher kregen we weinig natuur te zien. De tocht werd een langgerekt bezinningsmoment in stilte, waarbij de aandacht enkel afgeleid werd door het vele afval dat op het water ronddreef.

We werden sneller dan verwacht uit ons lijden verlost, want de stuurman zetten ons iets vroeger aan land. Toeristisch en eco-gewijs maakte hij niet de slimste keuze: we stapten uit op de échte stortplaats van het dorpje.

We hadden weinig genoten van de tocht en besloten maar meteen de wandeling af te blazen. We keerden terug naar de lodge, plooiden onze tentjes op en reden terug richting beschaafde wereld: Ko-sa. Van zodra we GSM bereik hadden, belden we op om kamers te reserveren, maar we waren te laat. Nog eens kamperen was de boodschap. Onze tentjes gaven ons alweer eens een grote meerwaarde in flexibiliteit.


In Ko-sa werden we weer heel hartelijk onthaald en schoorvoetend gaf men toe dat de laatste tijd vrij veel reizigers na één nachtje ontgoocheld terugkeerden vanuit de Green Turtle Lodge.

Deze namiddag hebben we dan het backupscenario van Anita geactiveerd: morgen gaan we naar Obuasi en de goudmijn bezoeken. Even opgebeld en we hadden geluk. We worden morgen om 11u in het visitor center verwacht. Even op de GPS gekeken: 140km in vogelvlucht. Een uur of twee zou moeten volstaan, maar we vroegen bevestiging aan hét universele orakel voor reizigers: de bar. “Houd zeker rekening met drie uur rijden,” was het verrassende antwoord. Dus mochten we wéér eens de wekker zetten — een gevaarlijke evolutie tijdens deze reis.

Geef een reactie