Wat is slechter dan Duitse keuken? Duitse keuken in Afrika!

Deze nacht heb ik welgeteld 30 minuten geslapen. Het was te warm in de tent, ik had honger, moest om de haverklap opstaan om te gaan plassen. Flink na zonsopgang ben ik in slaap gesukkeld en uiteraard was ik perfect zombie toen de wekker afliep.

Vandaag zouden we de wandeling maken naar de waterval. Annelies en ik zouden beneden blijven; Anita en Maarten zouden naar boven gaan. Maar om zover te geraken, moesten we de fake gidsen ontlopen die toeristen hier lastig vallen. Gisteren hoorden we het verhaal van een Italiaanse dame die zich op het marktje een lokale gids had laten aansmeren. Eenmaal in het park, wist die zogezegd de weg niet meer omdat het zo lang geleden was. Hij leed aan een soort geheugenverlies dat alleen met Cedi’s afdoend behandeld kon worden. En dus stond die dame na een paar uur terug waar ze begonnen was. Geen waterval gezien.

Om 8:00 waren we op weg richting tourist office, waar de échte gidsen beschikbaar zijn (niet verplicht, wel aangeraden). Tot onze verbazing werden we niet aangeklampt op straat. Wellicht lagen de bedriegers hun roes nog uit te slapen. We kregen een heel aangename gids die ons door het park leidde, waar op dat ogenblik nog heel weinig volk rondliep.

Hij leidde ons op het juiste moment rechtsaf, het pad op naar het eerste viewpoint. Daar leerden we dat de waterval eigenlijk uit twee delen bestaat: de upper falls en de lower falls. Tussen upper en lower was een klein meertje waarin gezwommen wordt.

Bergop was het weer een lijdensweg van jewelste: bijna 30°, 100% vochtigheid, steil omhoog. We moesten slechts 300m klimmen. Daarna daalden we 130m naar de upper falls.

Anita en Annelies zagen het niet zitten om in het meertje te gaan; Maarten en ik des te meer. Mijn kleren waren toch al doorweekt van het zweet. Enkel de onderzijde van mijn sokken bleek nog droog. Bedankt, Lowa. We trokken onze schoenen uit en ploften beiden met alle kleren aan het water in. Het was écht een belevenis. Water dat van 50-70m hoog naar beneden valt, neemt onderweg enorm veel lucht mee, die beneden wegblaast van de waterval. We stonden dus eigenlijk in een heel zware storm. Maar dan wel eentje die water van 27° produceerde. We konden ons amper staande houden door de wisselende rukwinden. Onder water was nog het meest comfortabele. Heerlijk. Ik probeerde met een onderwatercameraatje wat foto’s en filmpjes te maken. Thuis zal moeten blijken hoeveel hiervan op iets lijkt.

Enkele minuten later was het tijd om te vertrekken. Eerst de bekende 130m omhoog. We kruisten enkele andere groepen die op weg waren naar de waterval. Genieten ook van enkele Fransen die zich er mateloos over opwonden dat het allemaal niet rap genoeg vooruit ging. Nog niet lang in Ghana, jongens?

De lange afdaling verliep rustig. We wandelden ook nog even naar de lower falls, waar een grote groep mensen luid zingend genoot van het neergutsende water. Tijdens het weekend komen hier grote groepen mensen met de bus naar toe als daguitstap, zo bleek.

Door al dat mooie natuurgeweld merkten we niet dat de hemel intussen helemaal dichtgetrokken was. Even later begon het te regenen dat het goot. Oei. Geen regenjassen bij. Oeioei. De buitenzeilen van onze tenten stonden nog open.

Maarten en ik maakten er een kleine marche forcée van terwijl Anita de extra vergoeding voor het park (twee onvoorziene stappers naar de upper falls) zou afrekenen. Twee van onze tentjes bleken in een klein riviertje te staan, maar er was niets door het grondzeil gekomen. In één van de tentjes was wat water binnengeslagen, maar niets om over naar huis te schrijven. Oef, de schade viel enorm mee.

Deze morgen hadden we het plan opgevat om hier niet te blijven omdat het eten echt niet te vreten was. Nu het zo aan het gieten was, zag het er niet naar uit dat we onze winkel nog op een convenabele manier zouden kunnen opvouwen en we beslisten om nog een dagje in strikt Duits gezelschap te vertoeven.

Toen de regen wat minderde, haalden we voor iedereen droge kleren uit de valiezen en na een kort doucheke zagen we het allemaal weer zitten. Tijd dus om de lunch te bestellen.

We namen geen enkel risico. Dachten we. Want aan “friet met curryworst” kan men kooktechnisch toch niet veel verkeerd doen? Welnu, dat was buiten onze hoogpriesteres van de zwarte kookcultus gerekend. Uit de keuken kwamen vier borden te voorschijn met een stapel donkerbruine frieten zonder korstje, stukjes worst die ronddreven in eigen vet en een gigantische blob ketchup waarop wat currypoeder gestrooid was. Alweer grensverleggend slecht. Het moet een bijna bovenmenselijke energie vergen om eten zo slecht te bereiden.

Toen we even later meldden dat we “naar het dorp” zouden gaan voor diner, werden we op blikken van diep ongeloof en grote verontwaardiging onthaald.

We aten diner in de Water Heights Lodge. Iedereen vond het best lekker, maar ik niet. Mijn antibiotica hadden mijn smaakzin om zeep geholpen.

Terug in onze slaapplaats dronken we nog een pintje en pikten een gesprek op over malaria. Ook nu weer stond het gesprek stijf van de fouten en illusies als zou malaria geneesbaar zijn en dat het risico amper dat van een jaarlijks griepje overstijgt. Het blijft ons choqueren hoe slecht geïnformeerd vrijwilligers naar hier gestuurd worden en hoe licht men over gezondheidsrisico’s gaat. Als zelfs –doorgaans goed opgeleide– volunteers zo redeneren, hoe gaat men er dan ooit in slagen om hier het nodige bewustzijn te creëeren onder de gewone Ghanezen?

Geef een reactie