De langste nacht

Iedereen die ooit met een vrachtwagen meegereden heeft, kent het unieke geluid van de “frein moteur”. In onze contreien valt dat niet zo enorm meer op, maar als je uitlaten hebt zonder noemenswaardige knaldempers (de fameuze Amerikaanse truck met grote neus en twee schoorstenen achter het appartement achter de stuurcabine), kan dat een hels lawaai maken.

Dat is het lawaai dat de nacht hier domineert, op highway 34 met enorm veel zwaar verkeer van en naar Panama. Dat is meteen ook het lawaai dat onze nachtrust beperkte tot ongeveer vier uur slaap.

Deze voormiddag stond er voor ons een dolfijn- en walvissentoer op het programma. Snorkelen zouden we doen nabij Ballena Island.

Het snorkelen werd onmiddellijk afgelast omdat de zee te ruw was. En dat ondervonden we meteen toen ons bootje vanop het strand de branding door moest. Op een bepaald ogenblik werd de voorsteven zo hoog opgetild dat ik vreesde dat we achterover zouden klappen.

Na een eindje varen (één passagier was al zeeziek) kwamen we in een gebied waar een moeder en babywalvis rondzwommen. We kregen enkele keren een vin, stuk van een lijf of een staart te zien. We dobberden nog een half uur rond, maar zagen niets meer. Naar ’t schijnt zaten er een paar kilometer verder ook nog walvissen. Volle kracht vooruit naar daar, twee extra zeezieken waren het resultaat. En geen walvis gezien.

Dus schakelde onze kapitein dan maar over op vogels. Dat riep bij de passagiers niet veel reactie op. Dus toonde hij ons de inhammen en grotten aan de rotskust. Geeuw.

In de namiddag zijn we op zoek gegaan naar de enige echte Playa Tortuga. We hebben ze gevonden door een niet-geïdentificeerd paadje in te rijden. Van 12u tot 15u had het hier vrij hard geregend. De hele baai stond vol met modderkleurig water van de rivier. Er zat nog één koppel tussen het riet en voor de rest was hier geen levende ziel te bespeuren. Neen, zwaar toeristisch is het hier niet.

Vanavond wilden we lekker eten, dus niet in het hotel. We probeerden twee restaurants die aangeraden werden in de Lonely Planet. De ene zaak was al een beetje meer upscale dan de andere, maar beide waren volzet. Men raadde ons echter een Tico tent aan “waar men intussen ook had leren koken”. Daar kregen we op slag het lekkerste eten voorgeschoteld dat we de laatste drie weken gezien hebben. Aan de helft van de prijs van ons diner gisteren.

Geef een reactie