Beklimming van de Waterberg

En dit zag ik toen ik deze morgen mijn tentje openritste:

Kapotte knie of geen kapotte knie, ik wou persé weten hoe het er daar boven uitzag.
Naarmate iedereen wakker werd, groeide de troep rond de auto met het eten. Zoals altijd, stond Kleinannelies in pyjama op de eerste rij.

Na het eten hielden we even overleg over wie mee zou gaan stappen. In de loop waren er enkelen gesneuveld met zware buikpijn. Daarna werden fruit, drank, GPSsen en batterijtjes ingeladen en konden we vertrekken.

We hadden aan de receptie van het kamp een zeer onduidelijk kaartje gekregen. Ook in de GPS zat geen bruikbare informatie over de wandelpaden in dit gebied. We zouden dus wat moeten improviseren.

Al gauw ging het steil omhoog en onderging mijn knie zijn eerste deftige test. Het voelde redelijk goed aan. Gewoon vermijden om mijn linkervoet op een losse ondergrond te zetten en het zou wel lukken. De paden brachten ons vanzelf in de buurt van de Waterberg-cache. In de schaduw van een heel grote, oude boom konden we op zoek naar onze eerste schat van de dag.

Een hele reeks andere cachers had deze schat de voorbije maanden niet kunnen vinden. Wij waren dus dubbel gemotiveerd om de schat te vinden. Maar na een uur zoeken kwamen ook wij tot de conclusie dat de schat waarschijnlijk gestolen is door apen of andere mensen.

Naarmate we hoger kwamen, werd het pad steiler. Het terrein werd ook steeds ruwer. We moesten van de ene steen op de andere klauteren. We zaten duidelijk op de rand van de berg. Hier en daar zagen we tussen de bomen de rand van het plateau al, een vijftigtal meter boven ons hoofd.

Onderweg passeerden we aan een gedenkplaatje voor verongelukte alpinisten. Ik begon me stilaan af te vragen of ik met mijn mankepoot niet té ambitieus geweest was. Stilaan werd het pad minder steil, maar de weg was daarom niet meteen eenvoudiger. Het was er behoorlijk onherbergzaam.  
Onderweg werden we af en toe getrakeerd op schitterende vergezichten over de vlakte achter ons. De kaarsrechte sporen zijn ook prefect te zien op satellietfoto’s.

Metertje voor metertje naderden we tot onze tweede bestemming van de dag, de waterberg mountain top cache. Lang moesten we hier niet zoeken. De auteur van de cache had een goede beschrijving gegeven en dat hielp, natuurlijk.
En dan besloten we om even te gaan genieten van het vergezicht aan de rand van het plateau.

De groepsfoto mocht natuurlijk niet ontbreken.

Teruggaan langs dezelfde weg leek ons niet de meest prettige optie, dus besloten we op zoek te gaan naar het meer westelijk gelegen pad om naar beneden te geraken.

Ruim een uur hebben we op het plateau rondgestapt, ons geprikt en geschramd aan doornstruiken en hard gras. We hebben een bijzonder ruw stukje natuur gezien, met toch veel sporen (keutels) van allerhande wild.

Maar beesten hebben we niet gezien.

 

De westelijke doorgang hebben we niet gevonden.

Dank zij de GPS wisten we dat we op dat uur slechts 800m gevorderd waren. Aan dat tempo zou het nog een dag duren om terug thuis te geraken.

Om onze medereizigers niet in paniek te brengen, besloten we om terug te keren op onze passen.

Dit lokte een korte stakingsactie uit van Alexander. Het was al een eind in de namiddag toen we terug in het kamp waren. Mijn knie was tijdens de afdaling heel veel pijn beginnen doen. Stappen zat er voor de rest van de dag niet meer in.

Lezen over de rest van ons traject

Dus luierden we nog wat en bereidden we de komende dagen voor.

Annelies werkte haar dagboekje bij

 

Geef een reactie