Eerlijk gezegd: beter dan verwacht

Toen we over het tarmac van Lusaka International Airport liepen, restten er nog twee levensvragen:

  • Zijn we bagage kwijt?
  • Laat de autoverhuurder ons in de steek?

Een om een antwoord te krijgen, moesten we voorbij de immigratie zien te geraken. Net zoals ongeveer overal ter wereld hangt de luchthaven vol met posters die je welkom heten. Hier in Zambia voegen ze er nog aan toe dat je aangekomen bent in het vriendelijkste land van de wereld. Door de vermoeidheid van een nachtvlucht –alweer geen oog dichtgedaan–, kon ik hier echt niet mee lachen, want straks zou ik weer eens een norse immigratie-ambtenaar voorgeschoteld krijgen.

Niets was minder waar: de immigratie-ambtenaren van Lusaka zijn de vriendelijkste die ik ooit gezien heb. Er waren lange rijen, da’s waar, maar ze openden prompt alle loketten die er waren en wij mochten zowaar aanschuiven aan de balie voor diplomaten en VIP’s. Ik heb dit nog nooit meegemaakt. Bovendien vond de ambtenaar dat onze kindjes nog te klein waren om te betalen voor hun visa; zij kregen hun stempel gratis voor niets.

En dan volgden er twee verrassingen: al onze bagage kwam keurig van de band gerold én er stond iemand van Zambia Safari ons op te wachten. In de bus kregen we het bericht te lezen dat we de eerste dagen slechts één 4×4 zouden hebben, want vorig weekend had een andere klant de auto in de prak gereden. In ruil zouden we rondgevoerd worden in minibus met chauffeur. Klonk niet slecht.

Nadat we iedereen afgeleverd hadden op het kamp, hebben we ons nog eens in het verkeersinfarct van Lusaka gestort om dollars te gaan wisselen in het groezelige, maar betrouwbare Bullions op Cairo Road. 300 dollar leverde een miljoen kwacha op en met dit fortuin zijn we inkopen gaan doen voor enkele dagen. Een pot pasta koken op het open vuur is niet gelukt, maar de worsten waren wel lekker. Voor zover dit eigenlijk relevant was: we waren al meer dan 30 uur wakker.

Geef een reactie